Kinderen houden van verhalen en van dansen. In een verhaal geven ze zich over aan hun fantasie.
Ze leven helemaal mee. Maar na een tijdje stilzitten is het natuurlijk tijd om te bewegen. En wat is er dan leuker dan dansspelletjes?
Heerlijk jezelf losmaken en bewegen op vrolijke muziek. De kinderen worden mee genomen op een dansavontuur. De dansspelletjes voor peuters en kleuters hebben allemaal te maken met het verhaal. De karakters, de plek, het jaargetijde en de feesten uit het verhaal komen tot leven.
Ik stel de kinderen vragen en laat ze bewegingen maken die bij het verhaal passen. De kinderen gaan oa vliegen, springen als een kikker, kruipen als een slang en dansen met hun hele lijf.
Ik gebruik vele materialen die de fantasie en de beweging stimuleren, bij ieder verhaaltje heb ik wel iets anders wat ik gebruik. Een kleine greep uit de materialen die ik gebruik zijn: zijden doekjes, rubberen stippen, lintjes, crêpe papier, schapenwol, touw, pittenzakjes gevuld met verschillende materialen enzovoort, wanneer je je fantasie laat gaan, is er veel mogelijk.
Het zijn allemaal bestaande verhalen. Mijn grootste inspiratiebron is het boek “Nog een keer!” van Hennie de Gans-Wiggermans. Verder bedenk ik sinds 2009 ieder jaar een nieuw dansvehaal voor de OBA (Openbare Bibliotheek Amsterdam). Dit verhaal is dan geïnspireerd op het prentenboek van het jaar (Nationale Voorleesdagen). Ik laat me dan inspireren en maak er mijn eigen verhaal van.